vanavond zijn Toke en ik naar een lezing geweest van Blokker, Blokker en Blokker.
het ging over hun nieuwe boek : Er was eens een God
het was een heel leuke lezing.
Jan Blokker, Jan Blokker jr. en Bas Blokker: Er was eens een God. Bijbelse geschiedenis. Met platen van J.H. Isings, Meeslepende vertellers, die Blokkers
FRANÇOISE LEDEBOER
Jan Blokker en zijn zoons Jan en Bas constateren in de 'gebruiksaanwijzing' van Er was eens een God - niet voor het eerst, maar beter een keer te veel dan te weinig - dat de schoonheid en vitaliteit van de bijbelse geschiedenis de ongelovige even trefzeker raken als degene die haar voor waar houdt. Ze zijn zelf 'ongelovige zielen', maar weten als geen ander waar ze het over hebben. Hun bijbelse 'boom der kennis' is in dit boek zo rijk opgetuigd dat ze in een gezelschap theologen vast een goed figuur zouden slaan.De rijstebrijberg aan volkstellingen, naamlijsten, voorschriften, herhalingen en passages die elkaar tegenspreken daargelaten, zwaaien de Blokkers het Boek der Boeken veel lof toe: 'Een moderne redacteur zou er zijn schrijver om kapittelen, maar aan de glans van de bijbeltekst doen ze niets af - integendeel, voor wie het wil zien.'De auteurs herinneren aan de doorslaggevende betekenis van de bijbel in de wereldgeschiedenis 'en meer in het bijzonder voor dat deel van de wereld waar Nederland toe behoort'. De bijbelverhalen zijn Nederlands cultureel erfgoed en zelfs in deze geseculariseerde moderne tijd baseert nog altijd de helft van de Nederlanders zijn levensovertuiging op de teksten van het Oude en het Nieuwe Testament.Het zou jammer zijn - houden de Blokkers hun lezers voor - als ze uit ontzag voor de bijbel geen kennis nemen van de avonturen van een volk dat een veeleisende God tot gids nam en zichzelf met zijn ongenoegen geselde. Want dat is 'een weergaloze geschiedenis, zoals de Ilias en de Odyssee dat zijn, of de Arthur-legenden'.De Blokkers zetten de bijbelse verhalen in het boek in een historische context. In Het vooroudergevoel (een geschiedenis van het Nederlandse volk) bewezen ze al eerder dat ze meeslepende vertellers zijn. Extra attractie zijn de zestig prachtige bijbelse tekeningen die J.H. Isings maakte voor De bijbel behandeld voor jonge mensen van Wolf Meesters (1950). Onder de vele figuren staat zijn Jezus als hoogtepunt vast nog op veler netvlies gebrand, zo'n ernstige mooie man vergeet een 'zondagsschoolkind' immers nooit meer?Er was eens een God begint op zondag 23 oktober van het jaar 4004 voor Christus, de dag dat God hemel en aarde schiep. Hoe weten we dat? De Blokkers vertellen het ons: dat werd in de zeventiende eeuw uitgerekend door James Ussher, aartsbisschop van Armagh. Op de laatste bladzijde stellen de auteurs de vraag die ook ongeduldige gelovigen bezighoudt. 'De elf discipelen die veertig dagen na Golgota de herrezen Jezus ten hemel zagen varen, hadden de verzekering gekregen dat hij ooit zou terugkeren. Toen al drong zich een sprookjesachtige zin op: ze leefden nog lang en gelukkig. Maar wanneer?'
© Het Parool, 16-11-2006
Ik had hun boeken meegenomen om te laten signeren en die krijgt Iris nu als cadeautje voor het halen van haar propedeuse, leek me wel toepasselijk omdat ze nu ook begonnen is met godsdienstwetenschappen
het ging over hun nieuwe boek : Er was eens een God
het was een heel leuke lezing.
Het parool schreef er dit over vorig jaar november:
Jan Blokker, Jan Blokker jr. en Bas Blokker: Er was eens een God. Bijbelse geschiedenis. Met platen van J.H. Isings, Meeslepende vertellers, die Blokkers
FRANÇOISE LEDEBOER
Jan Blokker en zijn zoons Jan en Bas constateren in de 'gebruiksaanwijzing' van Er was eens een God - niet voor het eerst, maar beter een keer te veel dan te weinig - dat de schoonheid en vitaliteit van de bijbelse geschiedenis de ongelovige even trefzeker raken als degene die haar voor waar houdt. Ze zijn zelf 'ongelovige zielen', maar weten als geen ander waar ze het over hebben. Hun bijbelse 'boom der kennis' is in dit boek zo rijk opgetuigd dat ze in een gezelschap theologen vast een goed figuur zouden slaan.De rijstebrijberg aan volkstellingen, naamlijsten, voorschriften, herhalingen en passages die elkaar tegenspreken daargelaten, zwaaien de Blokkers het Boek der Boeken veel lof toe: 'Een moderne redacteur zou er zijn schrijver om kapittelen, maar aan de glans van de bijbeltekst doen ze niets af - integendeel, voor wie het wil zien.'De auteurs herinneren aan de doorslaggevende betekenis van de bijbel in de wereldgeschiedenis 'en meer in het bijzonder voor dat deel van de wereld waar Nederland toe behoort'. De bijbelverhalen zijn Nederlands cultureel erfgoed en zelfs in deze geseculariseerde moderne tijd baseert nog altijd de helft van de Nederlanders zijn levensovertuiging op de teksten van het Oude en het Nieuwe Testament.Het zou jammer zijn - houden de Blokkers hun lezers voor - als ze uit ontzag voor de bijbel geen kennis nemen van de avonturen van een volk dat een veeleisende God tot gids nam en zichzelf met zijn ongenoegen geselde. Want dat is 'een weergaloze geschiedenis, zoals de Ilias en de Odyssee dat zijn, of de Arthur-legenden'.De Blokkers zetten de bijbelse verhalen in het boek in een historische context. In Het vooroudergevoel (een geschiedenis van het Nederlandse volk) bewezen ze al eerder dat ze meeslepende vertellers zijn. Extra attractie zijn de zestig prachtige bijbelse tekeningen die J.H. Isings maakte voor De bijbel behandeld voor jonge mensen van Wolf Meesters (1950). Onder de vele figuren staat zijn Jezus als hoogtepunt vast nog op veler netvlies gebrand, zo'n ernstige mooie man vergeet een 'zondagsschoolkind' immers nooit meer?Er was eens een God begint op zondag 23 oktober van het jaar 4004 voor Christus, de dag dat God hemel en aarde schiep. Hoe weten we dat? De Blokkers vertellen het ons: dat werd in de zeventiende eeuw uitgerekend door James Ussher, aartsbisschop van Armagh. Op de laatste bladzijde stellen de auteurs de vraag die ook ongeduldige gelovigen bezighoudt. 'De elf discipelen die veertig dagen na Golgota de herrezen Jezus ten hemel zagen varen, hadden de verzekering gekregen dat hij ooit zou terugkeren. Toen al drong zich een sprookjesachtige zin op: ze leefden nog lang en gelukkig. Maar wanneer?'
© Het Parool, 16-11-2006
Geen opmerkingen:
Een reactie posten